Het idee om de drempel om berichten te verlagen door met wordpress te werken, valt in de praktijk nogal mee. Ik kan nu heel makkelijk plaatjes plaatsen en berichten toevoegen vanaf mijn mobiele telefoon en tablet. Maar dat doe ik dan vervolgens precies nooit. Omdat ik mezelf uitdrukken in tekst simpelweg het lekkerste vind gaan met een echt fysiek toetsenbord en een lekker groot scherm.
Dus tot zover dat plan.
Voor de langere termijn archivering was het sowieso het idee om dit in hugo/pelican te blijven doen. Dus dat overzetten is stiekum net zoveel werk als het direct in hugo/pelican doen. Je kan het alleen niet meer uitstellen. Blijft een drempel, maar ik ga kijken of ik gewoon nog wat betere Markdown hulpmiddelen in mijn huidige of een andere editor kan krijgen.
Er wordt in ons huishouden paardgereden. Eerst door Sterre en Storm, later door Puck. En nog later ook (weer) door Marjolijn. En dat gebeurd met veel enthousiasme. Puck rijdt met regelmaat proefjes en daarvan had ik min of meer geaccepteerd dat ik er niets van weet. Die rijdt tijdens een proef in tien minuten met bochten door de bak, maar of het nou goed of slecht was? Mij niet bellen, geen idee.
Ondertussen is Marjolijn alweer een jaartje aan het lessen, dus die krijgt langzamerhand ook wel eens zin in een buitenritje. In IJsland heb ik al twee keer op een ijslander gezeten om een uurtje met zo’n groep ergens een voor de paarden vertrouwde route te lopen. Maar ik merkte dat het ambitie niveau bij Marjolijn begon te stijgen.
Dus met weer een vakantie in het vooruitzicht waar potentieel een rondje rijden met paarden zou zitten, dacht ik: dat kan beter.
Om beter te snappen wat de meiden aan het doen zijn en om zelf net even de basale vaardigheden te krijgen: paardrijles
Gisteren was het zo ver, van 21u tot 22u een privéles van Rosalie bij manage Oostmoer. Vorige week eerst een rondje langs de Epplejeck voor de minimale paardrij uitzet. Toen kon ik het gaan proberen met Diego.
Nou dat vond ik dus echt supermooi. Er waren korte momenten dat ik in ieder geval het idee had dat ik vrij lekker licht aan het rijden was. Maar het was vooral een beleving om te doen. Nice!
Het idee is nu dus om dit vol te houden tot half oktober in de weken dat ik tijd heb. En daarna? Zien we dan wel zeggen we hier 🙂
Vorige week was ik uitgenodigd door Ester en Eefje van donorkindpodcast ‘De Kwak Kwaakt’. Daar heb ik als donor samen met donor Jim meegewerkt aan een nieuwe podcast aflevering.
Voor de gelegenheid waren we te gast bij Michiel en Hans op Texel. Michiel is ook donor en de dames van de podcast komen daar nu jaarlijks een nachtje langs.
Het was leuk en interessant om hier aan mee te doen. Ik had zelf al veel afleveringen geluisterd, omdat ik het interessant vind om te horen hoe donorkinderen en andere donoren het allemaal beleven. Maar nu dus ook een aflevering waarin ik zelf bevraagd wordt.
Al heel lang geleden was ik door een oud-jeugdlid getipt dat er nog een leuke ouder-kind activiteit zou zijn binnen Scouting. Nu waren Puck en ik al samen op HIT geweest en vorig jaar naar Kandersteg. Maar de Jungle Adventure van de TraKa plus-scout groep (Stichting Trapperskamp), daar was het nog niet van gekomen.
Tot nu dus, het laatste jaar dat Puck nog mee zou kunnen, omdat ze volgend jaar te oud zou zijn. We hebben onze spullen gepakt en zijn in de buurt van Sittard net over de grens met Duitsland terecht gekomen.
Daar hebben we een heerlijk Scouting weekend gehad met nog 13/14 andere ouders en kinderen en een man of 5 staf. Het is een superfijn weekend geworden met een Vossenjacht door een lokaal wildpark en ’s avonds gezellig met z’n allen koken met Dutch Ovens.
Tijdens het weekend werd er door de kinderen ook nog gewerkt aan een vaardigheidsinsigne, waar ze het insigne Weer konden verdienen. Heel leuk gedaan.
Mocht je nog een kind bij Scouting hebben in de leeftijd 7-11 jaar: overweeg dit weekend, wij vonden het echt de moeite waard.
Als het om bezit gaat, dan kan ik daar vrij makkelijk op reageren. Natuurlijk is het jammer/zonde/onhandig dat de auto/computer/tandenborstel op enig moment verloren/stuk/gestolen raakt, maar dat los je natuurlijk gewoon op met relativering/verzekering/spaargeld en dan ga ongeveer ongestoord verder met je leven.
Zo anders ga ik om met digitale bezittingen. Het is tot verkort een zaak van professionele eer geweest om elk digitaal stukje informatie, goed te kunnen reproduceren in het geval van calamiteiten.
Dat is voor mij als professional natuurlijk een prima houding! Klanten zijn er vast blij mee dat ik de backups regel volgens in het vakgebied gebruikelijk vuistregels, zodat de kans dat er iets echt weg weg raakt nihil blijft.
Alleen, ik heb me echt onvoldoende gerealiseerd dat ik dat in de privé ook lekker meegenomen heb. Toen ik mezelf dit realiseerde dit weekend, reageerde mijn lief heel nuchter ‘dat had ik 10 jaar geleden al door’. Ok, ook met 50 kun je voor bepaalde dingen nog een oogklepje bij jezelf hebben dus.
Zoals elk mens heb ik mijn bijzonderheden en inconsistenties. Geeft ook niks op zich. Maar op dit vlak kan ik in mijn privé de houding t.o.v. materiële zaken wel meer laten doorwerken op digitaal bezit.
Het wordt dus meer een ‘Laat het los, laat het gaan’ aanpak, ook als het gaat om de foto’s of digitale facturen van tig jaar geleden. Natuurlijk probeer ik alles wel netjes te bewaren, maar als er eens wat zoek raakt: Jammer Joh!
Sinds gisteren zijn we weer bij De Smulhoeve, een kleine boerderijcamping waar we nu voor de tiende keer verblijven. Een heerlijk kleine en overzichtelijke plek voor Puck om de hele dag met pony’s bezig te zijn. En voor de anderen om zo ongeveer met niets bezig te zijn. Gewoon een paar dagen ontspannen.
Het was in een kort gesprekje over familiebijeenkomsten dat bij mij even een rijksdaalder viel. Thuis was ik al bezig geweest om de schaal van mijn bijdrage rondom mijn donorschap te visualiseren. Ik was nog niet verder gekomen dan een reeks blokjes en bolletjes op mijn white board.
Maar gisteren zat ik hier op de patio en toen besefte ik me: ik zou de hele Smulhoeve van ongeveer 20 tenten af kunnen huren voor een weekend, daar alle gezinnen waar ik nu een genetische band mee voor uit kunnen nodigen en dan zou ik voor zo’n beetje alle kinderen die dan rond lopen de biologische vader kunnen zijn.
Ambivalent is helemaal het woord wat hoort bij wat ik hierbij voel. En alle aspecten hieraan laten zich niet beschrijven in een nog behapbaar stuk tekst, als ik het al allemaal op een rijtje zou hebben nu.
In de kern ben ik nog steeds blij dat ik op deze manier gezinnen heb kunnen helpen met het invullen van hun kinderwens. Dat blijf ik zien als een mooi en liefdevol gebaar. Maar met de kennis van nu, zou ik het wel behoorlijk anders laten lopen. Ik wilde toen al niet anoniem zijn, maar nu zou ik al helemaal niet meer als anonieme entiteit op de achtergrond willen blijven totdat een kind al 16 is. En dan hebben we het nog niet over de schaal. Met de kennis van nu zou ik maximaal voor vijf gezinnen ingezet willen worden, zodat je normaliter niet boven de 10-15 donorkinderen uit zou komen. Dat is denk ik een aantal wat je vanuit de sociale context nog goed kan overzien en waarbij je iedereen naar behoefte de juiste hoeveelheid aandacht kan geven.
Nu de geest uit de fles is en duidelijk is dat in ieder geval een deel van de donorkinderen al snel vragen heeft over zijn of haar afkomst, is mijn inzet nu om zo vindbaar mogelijk te zijn. Dat mag ten koste gaan van mijn persoonlijke privacy, dat was wel even een hobbel. Maar het idee dat er ergens een kind in zijn of haar bed ligt met Grote Vragen die ik met liefde zou beantwoorden laat me niet los. Juridisch hoef ik helemaal niets, maar moreel voel ik enorm geroepen om er alles aan te doen om het mogelijk veroorzaakte leed rondom het donorschap bij donorkinderen te verzachten, of beter nog: te vermijden.
Dat gaat vanuit mijn persoonlijke drive in de eerste plaats om de kinderen die een biologische band met me hebben. Maar de systeemwijzigingen die eigenlijk nodig zijn, gaan natuurlijk alle donorkinderen in Nederland raken.
Ik hoop dat de wetgever snel de leeftijdsgrens voor donorcontact verlaagd. En in de tussentijd probeer ik via andere wegen bekend en vindbaar te zijn.
UPDATE 26 Mei: Technisch is dit dus prima gelukt. De VM zoemt en is bruikbaar. Maar voor zover ik vast kan stellen, valt Openshift niet onder de developer license die RedHat heeft. Dus het product stopt na 60 dagen met werken of er moet een echte licentie voor worden aangeschaft. Dat maakt het wel heel onaantrekkelijk voor mijn doel. Tijd voor plan B
Eigenlijk wil ik helemaal geen kubernetes clusters installeren. Jarenlang heb ik mezelf voorgehouden dat ik als applicatie specialist voornamelijk wil praten met de kubernetes API om mijn spullen uit te rollen en te beheren.
Maar ja, zo’n API draait ergens en dat ergens moet of maken of huren. Huren kan natuurlijk, dat is het hele idee van cloudcomputing, maar dan zit ik vast aan terugkerende kosten en de specifieke setup van een cloud provider.
Omdat mijn behoefte aan draaiende omgevingen nogal pieken en dalen kent, vind ik het nog steeds wel aantrekkelijk om een soort van thuisomgeving te hebben, die ik desgewenst kan aan- en uitzetten.
Ergens had ik al eens gelezen over Openshift Single Node. Eerder heb ik wel eens Openshift local gebruikt, wat echt bedoeld is voor op je laptop. Maar dat was toentertijd net niet representatief genoeg voor echte Openshift omgevingen. En die kleine verschillen zijn dus vervelend als je iets goed wilt testen voordat je het echt gaat uitrollen.
Dus daarom nu een poging om Openshift Single Node als virtual machine op mijn linux laptop te installeren. Dat zou net moeten passen en zou ook weinig stroom moeten kosten. En vermoedelijke dus qua features en eigenaardigheden vergelijkbaar met echte openshift clusters. Dat is dan in ieder geval de hoop, vraag het over een maand nog eens 🙂
In 2012 heb ik mijn biezen gepakt om permanent te gaan wonen bij de leukste, op Goeree-Overflakkee. Maar als je 35 jaar van je leven in een stad hebt gewoond, dan blijft die gewoon bij je, ook al ben je meer dan tien jaar geleden verhuisd.
Vorig jaar heb ik heel bewust weer een vrijwilligersklusje opgepakt. Om een lijntje te houden met de fijnste stad die ik ken.
Sinds een aantal jaar kom ik er weer meerdere keren per week. Voor werk, voor familiebezoek of voor mijn grootste hobby: Scouting.
Nu ruim een jaar verder voel ik me ook echt weer thuis. Voelde ik me de laatste jaren een beetje te gast op mijn geboortegrond, nu heb ik weer voldoende binding om me erbij te voelen.
Naar aanleiding van een klacht die ik had ingediend bij de kliniek, was ik afgelopen maandag te gast aldaar. Ik was daar uitgenodigd om in gesprek met gaan met Wouter van Inzen (hoofd laboratorium,/directeur) en Iris van Putten (counselor).
Vanuit de kliniek kwamen in ieder geval mondelinge excuses, maar tegelijkertijd ook de opmerking dat het woord ‘richtlijn’ in het verleden anders is toegepast. Of je daar juridisch mee weg komt als rechtspersoon betwijfel ik, maar ik ben het wel met ze eens dat het woord ‘richtlijn’ in de volksmond minder stringent wordt gebruikt als dat het bijvoorbeeld in Europese regelgeving wordt toegepast.
Rondom de inzet van mijn materiaal heb ik een hoop duidelijkheid gekregen. Er is niets naar het buitenland gegaan en mijn materiaal wat nu nog in de vriezer ligt wordt niet meer gebruikt anders dan voor eventueel onderzoek. Er zijn nog wel twee moeders die embryo’s in de vriezer hebben, maar hierbij is nu de verwachting dat deze niet meer tot nieuwe kinderen zullen leiden. Dus voor mij blijft de teller nu staan op 22 gezinnen waarin 39 kinderen zijn geboren.
Ook heb ik wat zicht gekregen op de geboortejaren en daaruit blijkt dat ik tussen 2027 en 2030 de meeste kans krijg op (meerdere) contactverzoeken, omdat in periode het leeuwendeel van de donorkinderen de leeftijd van 16 bereikt.
Er zijn ook nog een aantal vragen niet of niet volledig beantwoord. Binnenkort heb ik een tweede contact moment en dan hoop ik op die voor mijn belangrijke thema’s ook meer informatie te hebben.
Met de informatie en toezeggingen die ik nog heb ben ik nog niet tevreden, maar ik heb wel de indruk dat geprobeerd wordt me te voorzien van alle informatie die ze mogen delen.