Sinds gisteren zijn we weer bij De Smulhoeve, een kleine boerderijcamping waar we nu voor de tiende keer verblijven. Een heerlijk kleine en overzichtelijke plek voor Puck om de hele dag met pony’s bezig te zijn. En voor de anderen om zo ongeveer met niets bezig te zijn. Gewoon een paar dagen ontspannen.
Het was in een kort gesprekje over familiebijeenkomsten dat bij mij even een rijksdaalder viel. Thuis was ik al bezig geweest om de schaal van mijn bijdrage rondom mijn donorschap te visualiseren. Ik was nog niet verder gekomen dan een reeks blokjes en bolletjes op mijn white board.
Maar gisteren zat ik hier op de patio en toen besefte ik me: ik zou de hele Smulhoeve van ongeveer 20 tenten af kunnen huren voor een weekend, daar alle gezinnen waar ik nu een genetische band mee voor uit kunnen nodigen en dan zou ik voor zo’n beetje alle kinderen die dan rond lopen de biologische vader kunnen zijn.

Ambivalent is helemaal het woord wat hoort bij wat ik hierbij voel. En alle aspecten hieraan laten zich niet beschrijven in een nog behapbaar stuk tekst, als ik het al allemaal op een rijtje zou hebben nu.
In de kern ben ik nog steeds blij dat ik op deze manier gezinnen heb kunnen helpen met het invullen van hun kinderwens. Dat blijf ik zien als een mooi en liefdevol gebaar. Maar met de kennis van nu, zou ik het wel behoorlijk anders laten lopen. Ik wilde toen al niet anoniem zijn, maar nu zou ik al helemaal niet meer als anonieme entiteit op de achtergrond willen blijven totdat een kind al 16 is. En dan hebben we het nog niet over de schaal. Met de kennis van nu zou ik maximaal voor vijf gezinnen ingezet willen worden, zodat je normaliter niet boven de 10-15 donorkinderen uit zou komen. Dat is denk ik een aantal wat je vanuit de sociale context nog goed kan overzien en waarbij je iedereen naar behoefte de juiste hoeveelheid aandacht kan geven.
Nu de geest uit de fles is en duidelijk is dat in ieder geval een deel van de donorkinderen al snel vragen heeft over zijn of haar afkomst, is mijn inzet nu om zo vindbaar mogelijk te zijn. Dat mag ten koste gaan van mijn persoonlijke privacy, dat was wel even een hobbel. Maar het idee dat er ergens een kind in zijn of haar bed ligt met Grote Vragen die ik met liefde zou beantwoorden laat me niet los. Juridisch hoef ik helemaal niets, maar moreel voel ik enorm geroepen om er alles aan te doen om het mogelijk veroorzaakte leed rondom het donorschap bij donorkinderen te verzachten, of beter nog: te vermijden.
Dat gaat vanuit mijn persoonlijke drive in de eerste plaats om de kinderen die een biologische band met me hebben. Maar de systeemwijzigingen die eigenlijk nodig zijn, gaan natuurlijk alle donorkinderen in Nederland raken.
Ik hoop dat de wetgever snel de leeftijdsgrens voor donorcontact verlaagd. En in de tussentijd probeer ik via andere wegen bekend en vindbaar te zijn.
Laat een reactie achter